Drie minderjarigen geboeid

Deze week verscheen de Jaarbrief Terugkeer Vreemdelingen 2024. Daaruit blijkt dat bij drie minderjarigen hulpmiddelen ingezet zijn door de KMar. Al vinden wij het woord hulpmiddelen nogal een eufemisme. De KMar verstaat onder hulpmiddelen Boddycuff, beenband, tie-wrap of koppelboeien. Dat zijn beperking- en fixatiemiddelen, geen hulpmiddelen.

Ook blijkt er geen werkinstructie te zijn als het gaat om het boeien van minderjarigen. De inspectie Justitie en Veiligheid beveelt de KMar aan een werkinstructie op te stellen voor het gebruik van hulpmiddelen bij minderjarigen waarin het belang van het kind wordt meegenomen.

ChildSupporto is van mening dat deze fixatiemiddelen nooit gebruikt mogen worden bij minderjarigen. Het belang van het kind moet niet alleen meegewogen worden, maar dient op de eerste plaats gesteld te worden. In het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) hebben wij dit ook met elkaar afgesproken. In artikel 3.1 staat het volgende:

“Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.”

Duidelijk is dat zowel de KMar als de Inspectie Justitie en Veiligheid niet handelen overeenkomstig IVRK artikel 3.1. Wij roepen hen dan ook op het belang van het kind alsnog de eerste overweging te maken.

Kijk ook de schokkende uitzetting terug waarin Isaac verteld hoe hij door de KMar behandeld is tijdens zijn uitzetting:

Geweld en dwang bij uitzettingen

Meer en sneller mensen uitzetten: dat is wat veel politieke partijen willen. Maar is dat in de praktijk wel zo eenvoudig? Argos kreeg inzage in honderden verslagen van uitzettingen waarbij de Marechaussee dwang en geweld toepaste, en werd toegelaten achter de schermen op Schiphol. De menselijke tol is groot. Voor wie wordt uitgezet, maar ook voor wie de uitzetting uitvoert. Zeker als er kinderen bij betrokken zijn. En hoe verhoudt die praktijk zich tot de rechten van het kind?