FAQs

Als wij in individuele gevallen pleiten voor Kinderpardon krijgen wij vaak de vraag voorgelegd: De rechter heeft toch gesproken? Dat klopt. De eerste rechter doet uitspraak. Vervolgens heeft de asielzoeker recht om in beroep te gaan (lees ook dit informatief artikel op verblijfblog). Omdat procedures lang lopen kan het zijn dat zich gedurende de procedure nieuwe feiten aandienen die ingebracht worden in de procedure, of waarvoor een nieuwe procedure gestart kan worden. Eén van die nieuwe feiten is dat een kind zondanig lang in Nederland verblijft (norm 5 jaar) dat het schadelijk is voor het kind als het alsnog uitgezet wordt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Op veel plaatsen wordt gesuggereerd dat dit niet meer kan. Echter is en blijft de minister eindverantwoordelijk. Dat een besluit van de minister niet op gespannen voet staat met de Trias Politica is uitgebreid beschreven door Universitair docent bestuursrecht, zie hiervoor zijn LinkedIn Post.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nee, Mikael ging gewoon naar school en z’n moeder was bekend in Amsterdam. In Nederland kennen we één overheid. Dat betekent dat als Mikael bij de gemeentelijke overheid in beeld is, dit ook voor de landelijke overheid geldt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vaak wordt ons voorgelegd dat een uitzetting, bijvoorbeeld naar Armenië, vergelijkbaar is met een verhuizing van expats en emigranten. Een normale emigratie dus? Die kinderen verhuizen met hun ouders, terwijl gewortelde kinderen onder stress van ouders uit hun thuisland gezet worden zonder sociaal vangnet. Onvergelijkbaar dus, daarom streven wij naar Kinderpardon.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Een minister of staatssecretaris heeft de mogelijkheid om in individuele gevallen een uitzondering te maken op een algemene wet of regel. In het asielrecht betekende dit dat een bewindspersoon, ook als de rechterlijke uitspraak negatief was, toch asiel kon verlenen. Na het laatste Kinderpardon (Afsluitmaatregel 2019) is de discretionaire bevoegdheid weggehaald bij de bewindspersoon en neergelegd bij de directeur van de IND, die dit alleen nog mag toepassen na de eerste rechterlijke uitspraak. Dit is een veel te heftige inperking van de discretionaire bevoegdheid, omdat bijvoorbeeld geworteldheid pas veel later in de procedure ontstaat. Daarom pleiten wij voo rhet weer teruggeven van de discretionaire bevoegdheid bij de bewindspersoon, dan wel een door de bewindspersoon aangewezen commissie.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven